Catégorie:Verbes transitifs en néerlandais
Apparence
Pages dans la catégorie « Verbes transitifs en néerlandais »
Cette catégorie comprend 1 904 pages, dont les 200 ci-dessous.
(page précédente) (page suivante)A
- aanaarden
- aanbesteden
- aanbevelen
- aanbidden
- aanbieden
- aanbinden
- aanblazen
- aanboren
- aanbouten
- aanbouwen
- aanbraden
- aanbranden
- aanbreken
- aandammen
- aandienen
- aandikken
- aandoen
- aandraaien
- aandragen
- aandrijven
- aandrukken
- aanduiden
- aandurven
- aanduwen
- aaneenleggen
- aaneenpennen
- aaneenschakelen
- aaneensluiten
- aaneenvoegen
- aangapen
- aangespen
- aangorden
- aangrijpen
- aanhaken
- aanhalen
- aanhangen
- aanharden
- aanharken
- aanhebben
- aanhechten
- aanhoren
- aanhouden
- aankaarten
- aankijken
- aanklagen
- aanklampen
- aankleden
- aankleven
- aankloppen
- aanknopen
- aankondigen
- aankopen
- aankoppelen
- aankweken
- aanleggen
- aanlengen
- aanleren
- aanlokken
- aanlopen
- aanmaken
- aanmanen
- aanmelden
- aanmengen
- aanmerken
- aanmeten
- aanmoedigen
- aanmonsteren
- aanmunten
- aannemen
- aanpakken
- aanpassen
- aanpennen
- aanpersen
- aanplakken
- aanplanten
- aanporren
- aanprijzen
- aanpunten
- aanraden
- aanraken
- aanranden
- aanreiken
- aanrichten
- aanrijden
- aanroepen
- aanschaffen
- aanscherpen
- aanschroeien
- aanslaan
- aanslepen
- aansnijden
- aanspannen
- aanspelen
- aansplitsen
- aanspoelen
- aansporen
- aanspreken
- aanstaan
- aanstampen
- aansteken
- aanstellen
- aanstoken
- aanstrijken
- aansturen
- aantasten
- aantekenen
- aantikken
- aantonen
- aantreffen
- aantrekken
- aanvaarden
- aanvallen
- aanvangen
- aanvaren
- aanvatten
- aanvechten
- aanvegen
- aanvinken
- aanvoelen
- aanvoeren
- aanvragen
- aanvullen
- aanvuren
- aanwakkeren
- aanwenden
- aanwerven
- aanwijzen
- aanzeggen
- aanzetten
- aanzien
- aanzoeken
- aanzwengelen
- aarden
- abjureren
- abnegeren
- abonneren
- absolveren
- absorberen
- abstineren
- abstraheren
- accapareren
- accelereren
- accentueren
- accepteren
- acclimatiseren
- accommoderen
- accompagneren
- accorderen
- accrediteren
- accumuleren
- achten
- achterhalen
- achterhouden
- achterlaten
- achteroverdrukken
- achteroverkammen
- achteroverslaan
- achterstellen
- achteruitslaan
- achteruittrappen
- achtervolg
- achtervolgen
- activeren
- actualiseren
- adapteren
- adderen
- adelen
- adiëren
- administreren
- adopteren
- adoreren
- adresseren
- adstrueren
- adverteren
- adviseren
- afbakenen
- afbeelden
- afbellen
- afbetalen
- afbiezen
- afbikken
- afbinden
- afbladeren
- afblazen
- afblinden
- afbluffen
- afblussen
- afborstelen
- afbranden
- afdammen
- afdanken
- afdichten
- afdingen
- afdoden
- afdoen
- afdraaien
- afdragen
- afdrogen
- afdrukken
- afdwingen