schrappen
Apparence
Étymologie
[modifier le wikicode]- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Verbe
[modifier le wikicode]Présent | Prétérit | |
---|---|---|
ik | schrap | schrapte |
jij | schrapt | |
hij, zij, het | schrapt | |
wij | schrappen | schrapten |
jullie | schrappen | |
zij | schrappen | |
u | schrapt | schrapte |
Auxiliaire | Participe présent | Participe passé |
hebben | schrappend | geschrapt |
schrappen \sχɾɑ.pǝⁿ\ transitif
- Gratter, racler.
- Biffer, rayer, supprimer.
in die kopij is veel geschrapt
- il y a beaucoup de ratures dans cette copie
een woord uit zijn vocabulaire schrappen
- bannir un mot de son vocabulaire
een post van een begroting schrappen
- supprimer un poste d’un budget
de directie heeft besloten 48 banen te schrappen
- la direction a décidé de supprimer 48 emplois
uit een register schrappen
- radier d’un registre
Synonymes
[modifier le wikicode]- gratter
- biffer
Taux de reconnaissance
[modifier le wikicode]- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,4 % des Néerlandais.
Prononciation
[modifier le wikicode]- (Région à préciser) : écouter « schrappen [sχɾɑ.pǝⁿ] »
Références
[modifier le wikicode]- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]