Aller au contenu

doorhalen

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Composé de “door” et “halen”.

doorhalen transitif

Présent Prétérit
ik haal door haalde door
jij haalt door
hij, zij, het haalt door
wij halen door haalden door
jullie halen door
zij halen door
u haalt door haalde door
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben halen doord doorgehaald
  1. Barrer, biffer, rayer, supprimer.

Taux de reconnaissance

[modifier le wikicode]
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 98,7 % des Flamands,
  • 100,0 % des Néerlandais.

Prononciation

[modifier le wikicode]

Prononciation manquante. (Ajouter)

Références

[modifier le wikicode]
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]