rijk

Néerlandais

Étymologie

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

du moyen néerlandais rike, rijc, de l'ancien néerlandais *rīki, dérivé du proto-allemand occidental *rīkī, du Proto-Germanique *rīkijaz (“puissant”), issu de *rīks, du Proto-Celtique *rīxs (“roi”), dérivant du Proto-Indo-Européen *h₃rḗǵs (“roi”).

Nom commun

Nombre	Singulier	Pluriel
Nom	rijk	rijken
Diminutif	rijkje	rijkjes

rijk \rɛɪ̯k\ neutre

Empire.
- het Romeinse rijk
  l’empire romain
Royaume.
- het rijk der Nederlanden
  le royaume des Pays-Bas
État.
- hij heeft een baan bij het Rijk
  il travaille à l’État
Règne.
- zijn rijk is uit
  son règne est fini
(Biologie) Règne.
- het dierenrijk
  le règne animal

Synonymes

empire

royaume

koninkrijk

État

staat

règne

Adjectif

rijk \ˈrɛɪ̯k \


Forme	Positif	Comparatif	Superlatif
Forme indéclinée	rijk \rɛɪ̯k\	rijker \ˈrɛɪ̯.kər\	rijkst \rɛɪ̯kst\
Forme déclinée	rijke \ˈrɛɪ̯.kə\	rijkere \ˈrɛɪ̯.kə.rə\	rijkste \rɛɪ̯k.stə\
Forme partitive	rijks \rɛɪ̯ks\	rijkers \ˈrɛɪ̯.kərs\	—

Riche.
- rijk en arm
  riches et pauvres
- (Familier) stinkend rijk zijn
  être pourri de fric
- slapende rijk worden
  s’enrichir en dormant
- hij is slapende rijk geworden
  la fortune lui est venue en dormant
Abondant, riche.
- een zeer rijk leven
  une vie opulente
Ample, riche.
- een rijke taal
  une langue riche
- de mogelijkheden die de taal rijk is
  les ressources d'une langue

Antonymes

arm

Adverbe

rijk \Prononciation ?\

Richement.
- het gaat er rijk toe
  tout y est cher
- de natuur heeft hem rijk bedeeld
  la nature l’a pourvu de grandes qualités

Synonymes

riche

abondant

ample

Antonymes

arm

Dérivés

Taux de reconnaissance

En 2013, ce mot était reconnu par^[1] :

98,8 % des Flamands,
100,0 % des Néerlandais.

Prononciation

Pays-Bas : écouter « rijk [ˈrɛɪ̯k] »
Pays-Bas : écouter « rijk [ˈrɛɪ̯k] »
Pays-Bas (partie continentale) (Wijchen) : écouter « rijk [Prononciation ?] »

Références

↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]

Homophones

reik

[1] Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]

[1]