Aller au contenu

onderhouden

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Présent Prétérit
ik onderhou onderhield
jij onderhoudt
hij, zij, het onderhoudt
wij onderhouden onderhielden
jullie onderhouden
zij onderhouden
u onderhoudt onderhield
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben onderhoudend onderhouden

onderhouden \Prononciation ?\ transitif ou pronominal

  1. Entretenir.
    • de machine onderhouden
      entretenir la machine
  2. Entretenir, maintenir.
    • kleine cadeautjes onderhouden de vriendschap
      les petits cadeaux entretiennent l’amitié
  3. Entretenir, nourrir.
    • zijn gezin onderhouden
      nourrir sa famille
  4. Divertir, amuser, entretenir.
  5. (Pronominal) S’entretenir.
    • zich met iemand onderhouden
      s’entretenir avec quelqu’un
Présent Prétérit
ik hou onder hield onder
jij houdt onder
hij, zij, het houdt onder
wij houden onder hielden onder
jullie houden onder
zij houden onder
u houdt onder hield onder
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben houden onderd ondergehouden

onderhouden \Prononciation ?\ transitif

  1. Submerger, immerger.
    • een kurk onderhouden
      maintenir un bouchon sous l’eau

Taux de reconnaissance

[modifier le wikicode]
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 99,7 % des Néerlandais.

Prononciation

[modifier le wikicode]

Références

[modifier le wikicode]
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]