Modèle:Entrée étrangère du jour/2021/03/01
Apparence
boerenkool — Nom commun \burə'koːl\
- (Botanique) Chou frisé, plante potagère et légume.
- Gelet op het gangbare weekmenu waren er in ieder geval niet zoveel soorten groente nodig : voor de maandag groene erwten of grauwe erwten, dinsdag witte kool, woensdag snijbonen in het zout, donderdag wortels of koolraap, vrijdag aardappelen, zaterdag boerenkool en zondag mandjeperen. — (Tineke Scholtens, Het boerenerf in Groningen 1800-2000, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2004, p. 31)
- Si vous semez du chou frisé dans le sol, vous pouvez facilement semer une rangée de radis à côté. Les radis sont bien plus rapides à récolter que le chou frisé, bien sûr, et c’est une bonne utilisation de cette frange.
- Gelet op het gangbare weekmenu waren er in ieder geval niet zoveel soorten groente nodig : voor de maandag groene erwten of grauwe erwten, dinsdag witte kool, woensdag snijbonen in het zout, donderdag wortels of koolraap, vrijdag aardappelen, zaterdag boerenkool en zondag mandjeperen. — (Tineke Scholtens, Het boerenerf in Groningen 1800-2000, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2004, p. 31)