Braten
Apparence
Étymologie
[modifier le wikicode]- (IXe siècle) Du vieux haut allemand brāto, du moyen haut-allemand brāte[1] ; sans rapport étymologique avec braten (« rôtir, griller, poêler »)[1] mais apparenté au latin brado (« jambon »), à Brodem (« vapeur »), à l’anglais breath (« souffle »)[2] avec évolution sémantique de « vapeur, fumée » vers « viande fumée » puis « viande rôtie, rôti ».
Nom commun
[modifier le wikicode]Cas | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nominatif | der Braten | die Braten |
Accusatif | den Braten | die Braten |
Génitif | des Bratens | der Braten |
Datif | dem Braten | den Braten |
Braten \ˈbʁaːtn̩\ masculin
Dérivés
[modifier le wikicode]- Bratenbrühe
- Bratenduft
- Bratenfett
- Bratenfeuer
- Bratenfond
- Bratengabel
- Bratengeruch
- Bratengesundheit
- Bratenplatte
- Bratenrock
- Bratensaft
- Bratensoße
- Bratenwender
- Entenbraten
- Festtagsbraten
- Filetbraten
- Gansbraten
- Gänsebraten
- Grillbraten
- Hackbraten
- Hammelbraten
- Hasenbraten
- Höllenbraten
- Hühnerbraten
- Jungfernbraten
- Kalbsbraten
- Kalbsnierenbraten
- Kaninchenbraten
- Lammbraten
- Lendenbraten
- Lungenbraten
- Mürbebraten
- Nierenbraten
- Ochsenbraten
- Rehbraten
- Rinderbraten
- Rindsbraten
- Rollbraten
- Rostbraten
- Saftbraten
- Satansbraten
- Sauerbraten
- Schmorbraten
- Schweinebraten
- Schweinsbraten
- Sonntagsbraten
- Spießbraten
- Teufelsbraten
- Topfbraten
- Wildbraten
Hyperonymes
[modifier le wikicode]Prononciation
[modifier le wikicode]- (Région à préciser) : écouter « Braten [ˈbʁaːtn̩] »
- Autriche : écouter « Braten [bʁaː'tn̩] »
Références
[modifier le wikicode]- ↑ a et b Duden, Bibliographisches Institut GmbH, Berlin → consulter cet ouvrage
- ↑ Julius Pokorny, Indogermanisches etymologisches Wörterbuch, 1959 → consulter cet ouvrage