Aller au contenu

zygoot

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Du français zygote.
Nombre Singulier Pluriel
Nom zygoot zygooten
Diminutif zygootje zygootjes

zygoot \Prononciation ?\ féminin

  1. (Biologie) Zygote.
    • In 2012 was er bijvoorbeeld de Sanctity of Human Life Act, een wetsvoorstel waarin stond dat vanaf het moment van de bevruchting een zygoot van een of twee cellen meteen volledige burgerrechten heeft. — (« ‘Ik zie competitie tussen vrouwen als het gaat om kinderen en carrière’ », dans NRC Handelsblad, 7 février 2019 [texte intégral])
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Taux de reconnaissance

[modifier le wikicode]
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 77,6 % des Flamands,
  • 46,1 % des Néerlandais.

Références

[modifier le wikicode]
  1. ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]
  • zygoot sur l’encyclopédie Wikipédia (en néerlandais) 
Récupérée de « https://fr.wiktionary.org/w/index.php?title=zygoot&oldid=30895395 »