wegnemen

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

De weg (idée d’enlèvement) et nemen (prendre).

Verbe [modifier le wikicode]

Présent Prétérit
ik neem weg nam weg
jij neemt weg
hij, zij, het neemt weg
wij nemen weg namen weg
jullie nemen weg
zij nemen weg
u neemt weg nam weg
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben nemen wegd weggenomen

wegnemen \Prononciation ?\transitif

  1. Dissiper, ôter, enlever.
    • iemands twijfel wegnemen
      dissiper les doutes de quelqu’un.
    • hoe kan de werkloosheid geleidelijk worden weggenomen?
      comment résorber le chômage ?
  2. Voler quelque chose à quelqu’un, subtiliser.
  3. (Médecine) Enlever.
    • het wegnemen van een orgaan
      l’ablation d’un organe

Synonymes[modifier le wikicode]

dissiper, ôter
voler
enlever un organe

Quasi-synonymes[modifier le wikicode]

dissiper, ôter
enlever un organe

Antonymes[modifier le wikicode]

ôter

Vocabulaire apparenté par le sens[modifier le wikicode]

enlever un organe

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,6 % des Flamands,
  • 98,2 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]