navigatie

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.

Néerlandais[modifier le wikicode]

Étymologie[modifier le wikicode]

Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.

Nom commun [modifier le wikicode]

Nombre Singulier Pluriel
Nom navigatie
Diminutif
Het astrolabium werd ooit voor gebruikt in navigatie.

navigatie \Prononciation ?\ féminin

  1. (Navigation) Navigation.
    • Een der voornaamste hulpmiddelen bij de navigatie was het kompas. Reeds in 1297 wordt het in Chineesche bronnen vermeld en ook de Syrische zeelieden gebruikten een soort kompas, door eene magneetnaald op een plankje te bevestigen en dit in een pot met water te laten drijven. — (A. Rinkes, N. van zalinge, J. W. de Roever, Het Indische boek der zee, Uitgave van de Volkslectuur, 1925, page 266. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Al snel bleek zijn uitgesproken aanleg voor de tactische navigatie en omdat het inmiddels bloedige ernst was geworden met de oorlog stond niets meer zijn inlijving bij de luchtmacht in de weg. — (P. Snoeren, « Gentleman piloot » in Pep numéro 23, le 10 juin 1967, page 27. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)
    • Wij lagen pal oost voor over de Ålandzee naar het eiland Eckerö, waar wij een tijdelijke ankerplaats hoopten te vinden. De navigatie was eenvoudig en de vuurtoren Gislan, die de zuidpunt van een scherengroep markeerde, werd te middernacht gepasseerd, ongeveer 7 mijl ten westen van Eckerö. — (Kaines Adlard Coles, Mijn Zeilersleven, traduit de l'anglais par J. G. Baggerman, Uitgeverij Hollandia, 1984, page 104. → lire en ligne)
      La traduction en français de l’exemple manque. (Ajouter)

Synonymes[modifier le wikicode]

Dérivés[modifier le wikicode]

Hyponymes[modifier le wikicode]

Taux de reconnaissance[modifier le wikicode]

En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,3 % des Flamands,
  • 99,6 % des Néerlandais.

Prononciation[modifier le wikicode]

Voir aussi[modifier le wikicode]

  • sur l’encyclopédie Wikipédia (en néerlandais) 

Références[modifier le wikicode]

  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]