míjn
Apparence
:
Adjectif possessif
[modifier le wikicode]míjn \Prononciation ?\
- Forme emphatique de mijn.
Maar zijn dromen níet najagen is geen optie. Zijn broer Pieter: “Hij is gewoon een irritant broertje met een hobby met gevaren, en wij zitten nu met de gevolgen. Maar ja, het is wel míjn broertje.”
— (« De laatste poging om Christiaan Wilson te vinden », dans Het Parool, 18 mars 2017 [texte intégral])
Notes
[modifier le wikicode]- L’orthographe de 1996 préconise la graphie míj́n, si techniquement possible.