gesproten
Néerlandais[modifier le wikicode]
Étymologie[modifier le wikicode]
- Participe passé de spruiten (résulter).
Adjectif [modifier le wikicode]
gesproten \Prononciation ?\
- Issu.
- (Droit) de uit het huwelijk gesproten kinderen
- les enfants issus du mariage
- (Droit) de uit het huwelijk gesproten kinderen
Prononciation[modifier le wikicode]
- (Région à préciser) : écouter « gesproten [Prononciation ?] »