geloofwaardig
Apparence
Étymologie
[modifier le wikicode]Adjectif
[modifier le wikicode]Forme | Positif | Comparatif | Superlatif |
---|---|---|---|
Forme indéclinée | geloofwaardig | geloofwaardiger | geloofwaardigst |
Forme déclinée | geloofwaardige | geloofwaardigere | geloofwaardigste |
Forme partitive | geloofwaardigs | geloofwaardigers | — |
geloofwaardig \Prononciation ?\
- Crédible.
De snelheidslimieten zouden op bepaalde wegen geloofwaardiger moeten zijn.
- Les limites de vitesse sur certaines routes devraient être plus crédibles.
Synonymes
[modifier le wikicode]Antonymes
[modifier le wikicode]Taux de reconnaissance
[modifier le wikicode]- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,2 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Prononciation
[modifier le wikicode]- (Région à préciser) : écouter « geloofwaardig [Prononciation ?] »
Références
[modifier le wikicode]- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]