foefelaar
Apparence
Étymologie
[modifier le wikicode]Nom commun
[modifier le wikicode]Nombre | Singulier | Pluriel |
---|---|---|
Nom | foefelaar | foefelaars foefelaars |
Diminutif | foefelaartje | foefelaartjes |
foefelaar masculin (pour une femme, on dit : foefelares)
- (Belgique) Fraudeur.
De laatste decennia hebben we een maatschappij gemaakt rond gestructureerd wantrouwen, met allerlei controlemechanismen, want er zou altijd weleens iemand kunnen foefelen. Volgens mij werkt dat niet zo en heb je die foefelaars altijd.
— (Kris Hendrickx, Bruzz, 8 juillet 2020, page 19 → lire en ligne)