Aller au contenu

bijstaan

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Dérivé par préfixation de staan.

bijstaan \Prononciation ?\ transitif

Présent Prétérit
ik sta bij stond bij
jij staat bij
hij, zij, het staat bij
wij staan bij stonden bij
jullie staan bij
zij staan bij
u staat bij stond bij
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben staan bijd bijgestaan
  1. Assister, secourir, aider, épauler.

Taux de reconnaissance

[modifier le wikicode]
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 100,0 % des Flamands,
  • 100,0 % des Néerlandais.

Prononciation

[modifier le wikicode]

Prononciation manquante. (Ajouter)

Références

[modifier le wikicode]
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]