beveiliging
Étymologie
[modifier le wikicode]- Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Nom commun
[modifier le wikicode]| Pluriel |
|---|
| beveiligingen |
beveiliging \Prononciation ?\ féminin
- Sûreté, sécurisation, protection.
- elektronische beveiliging : gardiennage électronique
Dérivés
[modifier le wikicode]- beveiligingsbeambte
- beveiligingscamera
- beveiligingsdienst
- beveiligingsinstallatie
- beveiligingslek
- beveiligingsmedewerker
- beveiligingsorganisatie
- bliksembeveiliging
- buchholzbeveiliging
- computerbeveiliging
- databeveiliging
- differentiaalbeveiliging
- gasgebrekbeveiliging
- informatiebeveiliging
- middenbermbeveiliging
- netwerkbeveiliging
- overdrukbeveiliging
- overloopbeveiliging
- overspanningsbeveiliging
- overwegbeveiliging
- paginabeveiliging
- persoonsbeveiliging
- schermbeveiliging
- schijfbeveiliging
- schokbeveiliging
- schrijfbeveiliging
Taux de reconnaissance
[modifier le wikicode]- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 99,6 % des Flamands,
- 99,4 % des Néerlandais.
Prononciation
[modifier le wikicode]- (Région à préciser) : écouter « beveiliging [Prononciation ?] »
Références
[modifier le wikicode]- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]