altíj́d
Apparence
Forme d’adverbe
[modifier le wikicode]altíj́d \al.tɛjt\
- Forme emphatique de altijd.
Terugblikkend heeft ABBA altíj́d al een gespannen verhouding met de tijdgeest gehad.
— (« Waarom ABBA zo onweerstaanbaar blijft. En neen, ze doen het niet voor de money, money, money », dans De Morgen, 5 novembre 2021 [texte intégral])Het volgende waar je over na kunt denken, is: wat als het nu één dag is? Of heb ik er altíj́d een hekel om naar mijn schoonfamilie te gaan?
— (« Eva's dilemma: Een midweekje weg met de schoonfamilie », dans EO, 3 novembre 2021 [texte intégral])